Rookmelders
BS EN 54-7: 2001 - Rookmelders of -sensors zijn gevoelig voor rook in de omringende ruimte. Foto-elektrische/optische rookmelders maken gebruik van een led (Light Emitting Diode) en een fotodiode die de ruimte waarneemt. Rookdeeltjes die de kamer binnendringen leiden ertoe dat het led licht wordt verstrooid, waarna de alarmstatus wordt geactiveerd. Ionisatierookmelders maken gebruik van een ionisatiekamer. Rookdeeltjes die de kamer binnendringen, hechten zich aan de ionen, waardoor de stroom wordt onderbroken, waarna het alarm wordt geactiveerd.
Warmte detectoren
BS EN 54-5: 2001 - Warmte detectoren detecteren veranderingen in de omgevingstemperatuur, waarna ze een alarmstatus naar de CIE sturen. Stijgsnelheiddetectoren meten de snelheid waarmee de temperatuur stijgt en vaste temperatuur detectoren reageren wanneer een ingestelde temperatuur wordt bereikt.
Multicriteria-detectoren
Deze detectoren vormen een combinatie van rook- en warmte sensors en kunnen adresseerbaar of conventioneel zijn uitgevoerd. Het verschil komt tot uiting in de mate van communicatie met de hoofd brandmeldcentrale.
Mogelijkheden voor rook- en warmtetunnels
- Warmte generatie tot warmtemelders in klasse C
- Via software opwekking van rook van filterpapier en aërosol
- Automatische alarmregistratie
- Drie-fase voor warmteopwekking en enkele fase voor rook opwekking
- Test twee melders op een willekeurig tijdstip
- Vastleggen van gegevens tijdens de testcyclus voor herhaalbaarheid
- Optische alarmen en ionisatie'alarmen
- Temperatuur tests van 0ºC tot 55ºC voor verhoogde en verlaagde temperatuur cycli
Sirenes van brandalarm apparaten
Sirenes vormen de manier waarop branddetectie- en brandalarm systemen de aanwezigen in een gebouw waarschuwen voor een mogelijk of dreigend brandgevaar. Sirenes zijn in verschillende vormen en maten te verkrijgen en hun geluid opbrengst varieert in niveau, frequentiebereik en tijdpatroon. Alle sirenes moeten niettemin aan de eisen van dezelfde productnorm voldoen.
Er zijn twee soorten sirenes: voor intern en extern gebruik. Het grootste verschil tussen de twee sirenes is de mate van bescherming tegen het binnendringen van water of vreemde stoffen middels rubberen afdichtingen, het ontwerp van de buiten behuizing en de ernstgraad van toegepaste omgevingstests. Het overgrote deel van de sirenes is ontwikkeld om gekoppeld te worden aan brandmeldcentrales. Gewoonlijk zijn ze zo gemaakt dat ze kunnen worden aangesloten op een voeding van 24V.
Rookalarmen voor doven en hardhorenden
Rookindicators voor doven en hardhorenden bestaan uit één of twee vormen: visueel, waarbij de persoon wordt gewaarschuwd door middel van een signaal lamp, of tactiel, waarbij de persoon wordt gewaarschuwd door een trillend systeem onder een kussen. Wanneer u een visueel rookalarm in een slaapkamer plaatst, voldoet u aan Deel M van de Britse Building Regulations. Er is een certificering beschikbaar voor Rook-/Warmte- of CO-detectoren en/of voor de individuele onderdelen die deel uitmaken van de set.
Spraakalarmen
BS EN 54-16: 2008 - Mensen zijn geneigd om sneller en gepaster te reageren op duidelijke instructies dan op het geluid van bellen of sirenes. Spraakalarmen in brandmeld systemen kunnen duidelijke en nauwkeurige spraakberichten afspelen, waardoor de onzekerheid en verwarring in noodsituaties tot een minimum beperkt kunnen worden.
Na de introductie van de nieuwe Europese norm voor spraakalarmen en indicatie-apparatuur, in 2008, hebben fabrikanten van producten die aan deze norm moeten voldoen, nu, dankzij het Kitemark-certificaat, de kans om hun product reputatie te verbeteren en om een voorsprong in de markt te behalen.
Visuele alarm apparaten
Tot voor kort bestond er geen Europese norm voor de bouw, stevigheid en bediening van visuele alarmen. Nu is er echter EN 54-23:2010 waarin de eisen, testmethoden en prestaties van visuele alarmapparaten worden beschreven. Bovendien is er een Kitemark-blauwdruk voor de certificering van visuele alarmapparaten beschikbaar. Het visuele alarm moet gelijk zijn aan hoorbare versies en is afhankelijk van een aantal factoren en van een risicobeoordeling.
Hand meld punten
Ondanks geavanceerde technologieën is de menselijke observatie nog steeds de meest betrouwbare vorm van brandmelding. Daarom bestaan branddetectie- en brandalarmsystemen nog steeds uit handmeldpunten. Deze handmeldpunten stellen aanwezigen in staat om het alarm voor het ontruimen van het gebouw te activeren.
Ongeacht of een handmeldpunt adresseerbaar of conventioneel is, het basisprincipe blijft hetzelfde: het glas moet gebroken worden, waarna op een knop gedrukt kan worden. De meld- en indicatie apparatuur (CIE) interpreteert het signaal van de knop als een brandalarmsignaal, waarna de apparatuur overschakelt naar de brandalarmmodus. Vanwege de betrouwbaarheid van handmeldpunten, bestaat het afgegeven signaal uit een onderbreking signaal. Dit betekent dat de CIE een signaal van een handmeldpunt als prioriteit signaal behandelt en alle andere activiteiten tijdelijk onderbreekt.